Retributie m.b.t. debiteurenbeheer

.

Art. 1. Met ingang van 01 januari 2010 tot en met 31 december 2012 worden de kosten voor het verzenden van herinneringen en aangetekende zendingen verhaald op diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen (ook deze ontstaan voor 01 januari 2010) betalen, zoals onder andere retributies, huurgelden, … en worden er ook in hunnen hoofde verwijlintresten aangerekend.

Art. 2. De kosten worden vastgelegd als volgt:
- voor verzending van een herinnering: € 5,00 ;
- voor een aangetekende zending met ontvangstbewijs zijn de kosten van

verzending te laste van de belastingplichtigen..

Art. 3. De wettelijke nalatigheidsintrest wordt aangerekend vanaf de eerste van de maand volgend op de maand waarin de achterstallen verschuldigd zijn.

Art. 4. Bij gebreke aan betaling in der minne zullen volgende stappen binnen de hierna bepaalde termijnen worden ondernomen.

Art. 5. §1 Het invorderingsrecht wordt bepaald door het College van Burgemeester en Schepenen.
Bij gebreke aan betaling binnen de zestig dagen na verzending van het invorderingsrecht zal een gewone herinnering worden verzonden.

§2 Alle klachten met betrekking tot de prestaties, die ingevorderd worden door het College van burgemeester en schepenen, dienen uiterlijk binnen de 8 kalenderdagen na ontvangst van de factuur of het betalingsverzoek schriftelijk te worden meegedeeld aan het College van burgemeester en schepenen, Dienst Financiën, Dorpsstraat 7, 3450 Geetbets. De betrokkene wordt na de beraadslaging van het College van burgemeester en schepenen in kennis gesteld van de beslissing betreffende de gegrondheid van de klacht.

Art. 6. Bij gebreke aan betaling binnen de dertig dagen na verzending van de herinnering, zoals bepaald onder art. 5 §1, zal een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs worden verzonden.

Art. 7. Bij gebreke aan betaling binnen de acht dagen na het verzenden van het aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, zoals bepaald onder art. 6, zal het dossier aan een advocaat worden overgemaakt, teneinde het verschuldigde bedrag evenals de kosten en de intresten, burgerrechtelijk in te vorderen.